
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Artikel 25
1
De uitkering die als gevolg van een besluit als bedoeld in de artikelen 17, derde of vierde lid, of 20 ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, alsmede hetgeen anderszins onverschuldigd is betaald, wordt van de betrokkene teruggevorderd.
2
Het in aanmerking nemen van in de voorafgaande drie maanden ontvangen inkomen, wordt niet als terugvordering beschouwd.
3
De uitkering wordt van de belanghebbende teruggevorderd indien blijkt dat deze over dezelfde periode waarover een uitkering op grond van deze wet is verleend, later inkomsten ontvangt waarmede bij de vaststelling van de uitkering rekening zou zijn gehouden.
4
Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan het college besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.